De Scheldemeersen van Zevergem-Schelderode vormen één van de weinige restanten van een aaneengesloten meersenlandschap in de Scheldevallei. Het gebied wordt gekenmerkt door de afwisseling van meersen, afgesneden meanders, populierenaanplantingen en door greppels opgedeelde graslandpercelen. De in de Scheldevallei afgezette alluviale klei werd ontgonnen door de steenbakkerijen in de omgeving, waardoor kleiputten in het landschap achterbleven.
De Scheldemeersen situeren zich tussen Zevergem en Schelderode langs beide zijden van de Schelde.
Karakteristiek voor dit gebied zijn de door greppels opgedeelde graslandpercelen, weilanden en grachten afgezoomd met knotwilgen, moerasruigten op afgegraven terreinen, struwelen, opgeschoten griend, houtkanten, bermen en dijken. Beken en met populieren afgeboorde landwegen brengen afwisseling in het rivierlandschap.
In de Scheldemeersen bevinden zich afgesneden meanderbochten. De rechttrekkingen van de Schelde gaven ontstaan aan verschillende oude rivierarmen. De Ham was een van de eerste bochtafsnijdingen (rond 1860). Bij de laatste kanalisatie (1967 en later) werden drie bochten afgesneden. De Scheldemeersen van Zevergem-Schelderode vormen één van de weinige restanten van een aaneengesloten meersenlandschap in de Scheldevallei. Langs de Schelde loopt de op een dijk gelegen trekweg.
Links
Scheldemeersen – Natuurpunt